The Tiruchi Seva Sangam

12 en 13 februari 2007.


Wij, Agnes en Piet Heesakkers, zijn in India in de maanden januari en februari. Een bezoek aan Seva Sangam is dan vanzelfsprekend. Omdat Mieke en Hub samen met Ans en Hans begin januari in Trichy waren, zijn wij zo laat mogelijk in februari gegaan.
Een beetje onzeker wel bij buitenlands bezoek

Geen officieel welkom, maar wel een hartelijke ontvangst door zelfs de kleineren

We komen op de twaalfde uit Pondichery en arriveren tegen 10:30 uur in Trichy. Snel de koffers in de kamer van hotel Femina en te voet naar de school. De watchman aan de poort kijkt ons na met een blik van: "Zal wel goed zijn".
We lopen naar het kantoor en de dames van het bestuur komen ons al tegemoet. Een leuk weerzien en herkenning na drie jaar. Twee mannen die op de achtergrond blijven, maar tenslotte toch ook maar een handje geven, blijken de aannemer en zijn uitvoerder te zijn.

Er is nog een verrassende bekende, namelijk Jayaseeli, onze "oude" sponsor dochter. Zij was destijds een van de meisjes die een voortgezette opleiding volgde. Ze woonde bij haar moeder en volgde, met succes, de lessen van thuis uit. Maar een tijd geleden kregen we het spijtige nieuws dat ze niet meer naar school ging en haar opleiding dus niet zou afmaken. De reden daarvoor was dat ze moest gaan werken om thuis geld in te brengen.
Op een of andere manier is er weer contact opgenomen. Ze wil haar studie nu in de komende vier maanden afmaken. Daarvoor zal ze intern komen. Haar studie geld was al betaald. Seva Sangam zal de bus naar school betalen. Dat is prachtig vinden wij. We gaan met het hele gezelschap naar het kantoortje en drinken een kopje chai.
Maar Jayaseeli is niet alleen. Er is een jonge man bij haar die wel een hand heeft gegeven, maar waarvan we niets weten. We praten nog even na te praten over de plezierige ontwikkeling als Jayaseeli zegt dat haar zwager (de jonge man) iets wil zeggen. Wat er allemaal gezegd wordt, verstaan we niet. Maar gezichten worden minder vrolijk. De dames praten ons bij en het blijkt dat het salaris dat Jayaseeli nu verdient in het gezin niet gemist kan worden. Al met al gaat dat over Rs 10.000 voor vier maanden (dus zo'n 180 euro). Wij bieden ad hoc aan, dat wij dat bedrag best willen betalen.
Na even overleg bieden de dames aan, 80 % van de Rs 10.000 voor te schieten aan de familie van Jayaseeli. Terug betalen kan dan in overleg als zij na haar opleiding weer een baan heeft. Ze kan bij Seva Sangam wonen, eten enz. Dat lijkt een redelijk compromis.
Maar de zwager eist dat zij thuis komt wonen, zodat ze tegelijk voor haar moeder kan zorgen. Er ontstaat een pittige discussie, die niet tot een oplossing lijkt te komen. De dames van het bestuur hebben geen vertrouwen in de belofte dat Jayaseeli dan toch goed haar lessen kan volgen. Ze heeft heel wat in te halen en er moet hard gewerkt worden.
Op enig moment staat Mrs. Saraswati op, maakt een handgebaar en zegt: "Go!". Wij zijn verbijsterd. Jayaseeli begint te huilen, de zwager kijkt verbeten. Hij blijkt onvermurwbaar. Er wordt nog wat gesputterd en het tweetal verlaat het kantoor. Op de valreep komt nog het aanbod van Mrs Saraswati dat ze de volgende dag nog terug kan komen als ze van gedachte verandert.
Het is stil, heel akelig stil. De dames waren wel resoluut, maar zijn minstens even verdrietig als wij. Ik had dat zwagertje met liefde een pak op zijn donder gegeven.
Onbedoeld laat dit zien hoe het bestuur van Seva Sangam moet functioneren. Vrouwen met zoveel barmhartigheid, die van Seva Sangam een levenstaak hebben gemaakt en vervolgens zo'n beslissing nemen. Zoveel liefde en toch zo hard, zo recht. Wat een mensen! Zo gaan onze dames van het bestuur dus te werk. Het doel ten uiterste nastrevend, maar als het niet anders kan toch bereid een keiharde, maar terechte, beslissing te nemen.

Langzaam komt het gesprek weer op gang. De dames van het bestuur doen verslag over het afgelopen jaar. De lovende woorden voor de hoge opbrengst van de jubileum actie zijn onuitputtelijk. "We hebben zo veel kunnen doen. Het is geweldig! Zonder de Netherlands People zouden we dit allemaal niet kunnen."

Daarna gaan we echt op inspectie langs de bouwprojecten. Ik voel me een soort bouwkundig opzichter. Alle geschilderde gebouwen, alle gerepareerde daken, De nieuwe poort, de verbouwde nursery met nieuwe meubeltjes enz. worden geschouwd. Mieke en Hub hebben daar in hun nieuwsbrief al over gerapporteerd. Ik zal me beperken tot wat meer technische zaken.
Bouwen in India is heel iets anders dan hier. Vrijwel alle gebouwen worden gebouwd als beton skeletbouw. De rots zit vrijwel nergens diep onder de grond. Er hoeft dus meestal niet geheid te worden. Op de fundering wordt een betonvloer gestort en daarop betonnen kolommen. Op de kolommen komt de betonnen verdiepingsvloer, weer kolommen enz. tot en met het dak. Meestal laat men de bewapening op het dak doorlopen. Als er dan weer nieuw geld is kun je er weer een verdieping bovenop zetten.

Kinderen uit de sloppenwijken krijgen hier een kans, maar kunnen er ook heerlijk ravotten.


De ruimte tussen de kolommen wordt gevuld met metselwerk en natuurlijk ramen en deuren. Voor het metselwerk worden grote bakstenen gebruikt die zo gemaakt zijn dat er veel lucht in zit. Dat is goed als isolatie tegen de hitte en het is licht. Hier zou je dat met gasbeton blokken doen. Als alles klaar is wordt het oppervlak gepleisterd en geschilderd. Alles gebeurt met handkracht.
Bij het storten van beton is er een betonmolen, waarin mannen beton mixen. Daarna wordt deze gestort in een soort grote, wokvormige bakken. Een volle bak wordt door twee mannen op het hoofd van dragers getild. De dragers (meestal vrouwen) lopen met hun last naar de plek waar gestort moet worden. Het beton wordt in de bekisting gekieperd en de drager loopt weer terug naar de betonmolen. Met veel mensen gaat het storten best nog snel.
Voor de afwerking aan de buitenkant wordt rekening gehouden met extreme weersomstandigheden. Denk aan hoge temperaturen in de zomer (tot meer dan 40 graden in de schaduw) en enorme regenval in de natte tijd. Dan valt er soms meer dan 3 meter regen in een periode van 6 tot 8 weken. (In Nederland is dat ongeveer 65 cm per jaar, verdeeld over alle seizoenen.) Dakbedekking, zoals hier, op bitumen basis, is niet toepasbaar vanwege de hoge temperatuur.
De dakvloer wordt belegd met waterdichte keramische tegels. Daarnaast zijn er forse afvoergoten en een goed buizenstelsel om het regenwater weg te krijgen. Onder deze tegels wordt een laag van gebroken baksteen aangebracht. Dat is weer als isolatie tegen de hitte. Het dak wordt meestal aangeduid met "the terras". Het is met een vast trap bereikbaar. Bij woonhuizen wordt het terras ook soms in die zin gebruikt: om de was op te hangen, voor een overdekt zitje, voor de warme avonden en familie feesten, om vliegers op te laten tijdens het vliegerfeest enz.
Deze manier van dakafwerking is uitermate duurzaam. Mieke heeft in haar verslag al melding gemaakt dat de daken, die nu gerenoveerd zijn, ongeveer 50 jaar dienst hadden gedaan!
Maar niet alles is duurzaam in de bouw in India en ook daar is de grote regenval debet aan. In de natte tijd heerst er een heel hoge vochtigheid, tegelijk met temperaturen van tegen de 40 graden. Dat blijkt een prima conditie te zijn voor schimmelvorming. Alle gebouwen in India moeten dus (eigenlijk) om de 3 tot 4 jaar aan de buitenkant worden geschilderd. Dat gebeurt zeker niet altijd. Je ziet dan ook heel veel gebouwen die echt zwart zien van de schimmel, geen fraai gezicht.

Ook in Seva Sangam was er een achterstand in dit schilderwerk ontstaan. Bijna alle gebouwen zijn nu met geld uit ons jubileum project opgeknapt. Alles ziet er best goed uit, hoewel er een paar gebouwen nog aan de beurt moeten komen. Maar men reserveert wel steeds geld om dit zo goed mogelijk bij te kunnen houden.
De wasgelegenheden en toiletten zijn ook binnen het kader van het jubileum project opgeknapt. Maar daar beginnen de eerste verouderingsverschijnselen al weer zichtbaar te worden. Men heeft, op ons verzoek, betere verf gebruikt dan normaal, maar toch.
Aan de andere kant moet je hier naar kijken met Indische ogen. Als je die moeite neemt ziet het er voorbeeldig uit. Ook bij het gebruik en onderhoud moet je redeneren vanuit de lokale omstandigheid. Meisjes die nieuw naar Seva Sangam komen zijn vaak uit arme gezinnen en uit dorpen uit de omgeving. "Thuis" hebben ze nog nooit een wc of wasruimte gezien. Daar is het bos hun WC en de rivier of een waterplas hun wasplek. Soms is er een pomp of een kraan voor het hele dorp. Dat is dus wel even wennen voor de meisjes.

Vanaf een van de daken hebben we uitzicht op de toekomstige uitbreiding van het terrein. Best een aardig stukje grond. Men heeft een optie op de koop van de grond en daarop al aanbetaald. Daarnaast zijn de dames druk bezig de bewoners van een paar krotten, die op de grond staan, uit te kopen. Dat kost allemaal veel geld. Uit de uitleg van Mrs. Saraswati krijgen we een beeld van stevig onderhandelen en een tactische, maar eerlijke aanpak.

De volgende dag hebben we een aantal dingen nogmaals nagelopen. Weer met de aannemer kijken naar het uitgevoerde werk (het ziet er prima uit), praten over een meer duurzame oplossing voor de natte ruimten. We maken de afspraak dat ik bij een bouwkundige advies zal vragen en met een voorstel kom. Ter plekke moet dan de haalbaarheid getoetst worden en eventueel een proef uitgevoerd.

Zo hoort het, kinderen moeten ook geregeld plezier kunnen hebben.


Ook naar de keuken hebben we gekeken. Zoals bekend is de bouwvergunning daarvoor ingetrokken. Er is echter een doorbraak. De toezegging dat de bouwvergunning er komt, is concreet. Mrs. Saraswati zegt ons ferm toe, dat met de renovatie zal beginnen in de komende school vakantie. Precies een jaar na de geplande datum.
Op zich is het plan voor de keuken heel goed. De ruimte wordt ongeveer 50% groter en er zijn nette tegels gepland op de vloer en tegen de wand. Ook een (te) dichtbij gelegen toiletblok wordt afgebroken en een stuk verder weer opgebouwd.

Het is tijd voor de lunch. We eten hetzelfde als de meisjes. Het smaakt prima en ziet er goed uit. Eerder heeft Mrs. Saraswati al gedemonstreerd hoe goed de meisjes het hebben. We staan bij een grote groep op het schoolplein. Mrs. Saraswati vraagt de meisjes die intern zijn, hun hand op te steken. "Zien jullie verschil?" vraagt ze. "Zij wonen bij hun ouders en zij bij ons. Wij zijn hun ouders!"
Tussendoor maken we kennis met nog een kant van Seva Sangam. Er is een speciale afdeling voor kinderen uit de sloppenwijken van Trichy. Ze komen naar school, netjes in een eenvoudig uniform, krijgen een ontbijt en 's middags een eenvoudige lunch. Een deel van de kosten wordt door de overheid betaald. Een deel wordt door het bestuur geritseld.
Voor de kinderen zijn dat twee maaltijden per dag en daarnaast een basis scholing. Er is een goede scheiding tussen dit project en het hoofdproject van Seva Sangam. Die dames van het bestuur, dat zijn echte kanjers!
We hebben, als traktatie, toffees meegenomen en geven die aan het bestuur, met de vraag die bij gelegenheid uit te delen. Maar dat gaat niet lukken. We moeten ze zelf uitdelen. Er is geen pardon. Er ontstaat een optocht van alle 500 meisjes van het internaat. Al die handen aanraken, in al die ogen kijken, al die gezichten met een lach. Daarna nog de leerkrachten en ander personeel die ook allemaal langskomen.

Het meisje straalt vertrouwen uit en zal het ook wel maken in de toekomst.

Langzamerhand moeten we afscheid nemen. We gaan terug naar ons hotel. De volgende dag naar Madurai. Maar even is er alleen het gevoel van Seva Sangam. Al die meisjes met een toekomst. Wat een voorrecht dat we aan dit prachtige project mogen meewerken.

Agnes en Piet