Rusten in God - De Navolging van Jezus

Dit boek is een nieuwe, beknopte en positieve bewerking van de Navolging van Jezus Christus, die Thomas a Kempis in de 14e eeuw schreef. Het boek stond toen bol van onze menselijke tekortkomingen en ons zondige, wereldse leven. Zonde is inmiddels een begrip waar weinig mensen nog iets mee kunnen. Het heeft bij velen - en zeker bij veel christenen - en hoop ellende veroorzaakt. Maar als we de oude teksten over de navolging van Jezus lezen met de ogen van innerlijke groei en bewustwording en het begrip zonde als inzicht gaan zien, dan wordt het lezen een mystieke beleving.
Nu we in een tijd leven waarin innerlijke groei en bewustwording een grote rol spelen, ontdekken veel mensen dat de zichtbare, wereldse werkelijkheid een creatie van ons ego is. Dat kan materie, kennis en wetenschap zijn, maar ook onze gedachten, overtuigingen en emoties. Zolang we ons daaraan vasthouden en geloven dat dat de werkelijkheid is, zullen we lijden en leven we in het duister. Wie Jezus volgt laat zijn denken, zijn ego los en kiest voor het innerlijk licht, de onzichtbare werkelijkheid. Daarin schuilt het rusten in God. 
Het boek kan zowel gelovige als niet gelovige mensen aanspreken en hen uitdagen om met nieuwe ogen naar God te kijken. Ook zij die bekend zijn met het begrip Advaita, oftewel non-dualiteit, zullen in dit boek veel herkenning vinden.

Uitgegeven door Boekengilde, Enschede. September 2023.
Het boek telt 159 pagina’s en kost € 17,50
ISBN 978-94-6491-66-7


Hoe de navolging op mijn pad kwam

In de archiefmand van mijn vader en moeder vond ik na hun overlijden in 2007 het boekje De navolging van Jezus Christus, in de 14e eeuw geschreven door Thomas a Kempis. Het kleine zwartleren boekje was een vertaling uit 1926 van P.A. de Vos. Voorin staat met potlood geschreven: Gedachtenis van mijn trouwe vriendin Christine Claessen. Roermond. Kapel in ’t Zand. September 1931. Wie zij is en voor wie het boekje was, kan ik alleen maar gissen. Ik nam het mee naar huis en koesterde het als een gouden kleinood, wetende dat het voor mijn ouders een belangrijk boekje was. Toch verdween het in de boekenkast.

In maart 2021 werd er bij mij een tumor in de borst geconstateerd. Vrijwel meteen wist ik dat mijn lichaam mij een teken gaf. Het was nu of nooit om zowel mijn ziekenhuistrauma op te lossen als mijn missie, de geheime - voor de meeste mensen nog onbekende - woorden van Jezus uit te dragen. Die zomer zou ik 70 jaar worden, dus het was de hoogste tijd. De tumor was groot en de bijbehorende onderzoeken waren overrompelend en allesbehalve geruststellend. Het advies was chemotherapie, operatie, bestraling en tot slot een hormoonkuur. Ik nam een time-out van drie maanden om even tot rust te komen en zocht ondersteuning in de natuurlijke geneeswijzen.  Een verpleegkundige bracht me daarna in contact met een oncoloog, die bezig was met het opzetten van een polikliniek waarin patiënten meer keuzemogelijkheden kregen voor hun behandeling. Hij luisterde naar mijn verhaal, dacht met mij mee en stelde voor om alleen een verkorte hormoonkuur van negen maanden te gaan doen, die de tumor mogelijk zou laten krimpen, en dan verder te kijken. Ik stemde toe. 
Diezelfde week onderging ik een hypnosesessie om naar mijn ziekenhuisangst te kijken. Tijdens een zeer diepe ontspanning van anderhalf uur herbeleefde ik mijn komst naar deze aarde en het verkeersongeluk met mijn moeder toen ik drie jaar was. Het voelde als een bevrijding. 

Hoe ik mijn missie gestalte moest geven, wist ik nog niet. Wel wist ik dat het trauma mij inspireerde om er een boek over te schrijven en daarvoor moest ik de archieven induiken. Daar had ik die negen maanden mooi de tijd voor. De eerste stap was teruggaan naar mijn geboortestad Roermond. Ik ging naar de plek van het ongeluk, bezocht mijn geboortehuis aan de Kapel in ’t Zand en had er gesprekken met mensen over de oorlog en de jaren daarna tot mijn geboortejaar 1951. Daarna bracht ik een hele dag door in de archieven van de Redemptoristen in het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven in St. Agatha en tot slot bezocht ik Noordwijkerhout en Bergen, waar retraitehuizen van de Redemptoristen hadden gestaan. Want een ding wist ik zeker: de periode van mijn moeders zwangerschap en mijn geboorte hadden invloed op mijn leven gehad. 

In het najaar van 1950 deed mijn moeder namelijk een retraite voor jonge moeders, waarschijnlijk in het St. Petrus Canisius retraitehuis in Bergen. Uit haar verhalen weet ik dat zo’n week - ze had vaker een retraite gedaan - voor haar erg belangrijk was. Negen maanden later werd ik geboren. Tijdens haar zwangerschap werd een van de priesters van de Kapel in ‘t Zand, die in de laatste maanden van de oorlog opgepakt was en in de strafgevangenis in Keulen op een mensonwaardige manier overleden was, bij de Kapel herbegraven. Mijn moeder was voor de oorlog jarenlang met hem actief geweest in het jeugdwerk en ik weet dat zijn dood haar diep geraakt heeft. Ik moet dat als ongeboren baby gevoeld hebben. Tijdens mijn onderzoek kwam ik veel informatie over hem en over de oorlogsjaren in Roermond tegen. Ook las ik veel over de inhoud van de retraites die voor en ook na de oorlog nog volop werden gegeven. En daartussen dook plotseling een verwijzing naar het boekje De Navolging van Jezus Christus op. Het werd de retraitanten aanbevolen om hier thuis regelmatig in te lezen. Dit was dus hét moment om het ‘gouden kleinood’ uit de kast te halen en een plaats op mijn nachtkastje te geven om er in de vroege ochtenduren in te gaan lezen. De taal was allesbehalve van deze tijd en af en toe vond ik het zelfs weerzinwekkend. Maar toch kon ik daar doorheen kijken en er voor mij de werkelijke diepgang en betekenis uit halen. Diep van binnen voelde ik dat ik dit boekje zou gaan hertalen. 

Begin december 2021 werd er een nieuwe MRI-scan van mijn tumor gemaakt. De tumor was twee centimeter kleiner geworden en de bloedwaarden waren flink gedaald. Vreugde alom bij mij en mijn kinderen en stilletjes ook een bevestiging voor mij dat ziek zijn meer is dan alleen iets fysieks. Ik besloot te stoppen met de hormoonkuur. Toen bij de volgende controle in maart 2022 de bloedwaarden nog steeds stabiel waren, stelde de oncoloog een operatie voor. Ik was er niet aan toe en hoopte eigenlijk dat de tumor helemaal weg zou trekken. Helaas kreeg ik daarna een flinke psychische terugslag. Het was me allemaal te veel geworden. Ik wilde rust. Stilte. Naar een klooster. Weg van die wereldse wereld, waar alles alleen maar om de buitenkant draait. Een bekend verlangen, dat zich al meermalen in mijn leven had aangediend, maar waar ik nooit helemaal aan had toegegeven. 

“Wanneer ga je dat kloosterverlangen nu eens écht onderzoeken?”, vroeg een vriend bij wie ik even mijn toevlucht had gezocht. Op dat moment wist ik wat me te doen stond en die zomer bezocht ik met mijn kampeerbus diverse kloosters in Nederland en België. Tussendoor rondde ik de eindbewerking af van het boek ‘Het geheim van de Verlossing – De Jezus Upanishads’, waarin ik inga op teksten van en over Jezus die niet in de Bijbel zijn opgenomen.

Eind november 2022 had ik weer een afspraak met de oncoloog over de voortgang. Van tevoren zou ik nog een keer bloed laten prikken. Naarmate die datum naderde werd ik erg onrustig, niet in het minst omdat ik merkte dat de borst aan het veranderen was en ook gevoeliger was. De schrik was groot toen ik hoorde dat de bloedwaarden behoorlijk gestegen waren. In overleg met mijn kinderen en de oncoloog besloot ik toch om me te laten opereren en werd het proces in gang gezet. 

In de tussentijd had ik een afspraak gemaakt met de priorin van de Priorij O.L.V. van Klaarland in Bocholt (B). Dit was een van de kloosters waar ik graag kwam en dat redelijk in de buurt lag. Vanaf januari 2023 was ik welkom om een paar dagen per week met hen mee te leven op het ritme van de getijden en tussen de diensten door begon ik in mijn kampeerbus te werken aan de hertaling van De Navolging van Jezus Christus. 

Mijn lichaam én mijn geest deden echter nog een dringende oproep. Wilde ik mezelf serieus nemen in dit hele proces, dan moest ik nu echt stoppen met de glaasjes wijn die ik iedere avond voor het slapen gaan dronk. Ze gaven mij de afgelopen jaren rust en ontspanning om het wereldse leven wat makkelijker aan te kunnen, ook al wist ik dat het contemplatieve leven beter bij mij paste. Steeds duidelijker liet ik mensen weten geen afspraken meer te maken, omdat ik wilde schrijven, naar de zusters in Klaarland of de avonddienst van de Gemeenschap de Hooge Berkt in Bergeijk wilde gaan en me ook wilde voorbereiden op de operatie.

Zo kwam er langzaam meer rust en stilte in mijn dagen en lukte het mij om de dagelijkse glaasjes wijn te laten staan. Mijn ontspanning vond ik in het herschrijven van deze navolging en ‘rustend in God’ kon ik de ziekenhuisopname vol vertrouwen tegemoetzien.

Inmiddels ben ik aan het herstellen en sla ik nog iedere morgen willekeurig een bladzijde in dit boek open om de dag te beginnen. Heel treffend was het stukje op een ochtend dat ik mij niet zo goed voelde:

We maken naast de mooie dingen ook veel moeilijke dingen in het leven mee: angst, ontslag, ziekte, afwijzing, verdriet en verleiding. Veel rust is er dus niet, maar er is wel veel geduld nodig. 

Francien van de Beek, zomer 2023.